De Praktische Prepper
Preppen is niet te koop
Ik liep laatst door Utrecht en ontdekte toevallig een wel heel bijzondere winkel: de prepshop. Nadat ik er bezoekje aan bracht begon ik mij af te vragen: kun je preparedness kopen?
M.T. Konstapel
2024-10-05
Het goede leven
Al meer dan vijftien jaar ben ik geïnteresseerd in het zelfvoorzienend leven. Nu kun je je terecht afvragen wat dat nu precies is en of je wel zelfstandig zelfvoorzienend kunt zijn. Je kunt immers niet alles zelf doen, daarvoor zijn de dagen simpelweg te kort. Misschien schrijf ik daar ooit nog eens een artikel over, maar daar gaat dit stuk niet over. Ik leid het romantische zelfvoorzienend leven: ’s zomers groente en fruit verbouwen, jam maken en hooien. En ’s winters brandhout kloven. Het is een manier van leven die mij veel voldoening geeft. Ik doe het niet uit noodzaak of overtuiging, maar als liefhebberij: het is een hobby.
Een hobby die steeds meer uit de hand liep, maar wel op een goede manier. Want voedsel verbouwen is leuk en lekker, maar wat doe je ’s winters? Ik ga liever ook dan niet naar de supermarkt. En al snel lukte het me om alle dagen van het jaar uit de tuin te eten. Niet alleen door meer groentes te verbouwen, maar ook door het leren conserveren van voedsel. En niet in de laatste plaats door creatief te leren koken.
Toen de appelbomen een mastjaar hadden besloot ik appelsap en cider te gaan maken. En met diezelfde gereedschappen kon ik ook wijn maken. Dus kwamen er wijnstokken. Vervolgens bleek dat ik heel goed bier kon brouwen in de pasteurisatieketel. En zo had ik jaarrond ook wat te drinken.
De hoeveelheid tuingereedschap bleef ook groeien. Eerst handgereedschappen, maar later ook gemotoriseerde machines. En alles had onderhoud nodig, dus dat leerde ik mijzelf aan. En toen er machines stuk gingen was ik al handig genoeg om kleine reparaties zelf uit te voeren.
Hout voor de kachel kocht ik in het begin nog in, maar na een cursus kleine velligen met de kettingzaag was ik ook in staat om zelf bomen te oogsten. Maar als je alleen maar zaagt en niet aanplant ben je snel door je hout heen. Duurzame bosbouw volgde dus als snel. Knotten, afzetten en verjongen, alles pas ik nu toe. En nu levert het land ook al mijn kachelhout.
Graan verbouw ik niet, dat lukt op mijn relatief kleine stukje grond niet goed. Maar brood kan ik wel zelf bakken, dus dat ging ik doen. En al snel was het voordeliger en gemakkelijker om meel per vijfentwintig kilo te kopen. Ik raakte gewend aan het hebben van een voorraad: ik kon op elk moment een brood bakken, want meel en gist was altijd aanwezig. Zou het niet handig zijn als ik meer ingredieneten onder handbereik zou hebben? Dat scheelt weer boodschappen doen. En zo verscheen er een kleine kruidenierswinkel bij mij op de deel.
Voedsel en warmte had ik nu, maar elektriciteit moest nog ingekocht worden. Ik had al wel een paar zonnepanelen, maar niet genoeg om te voorzien in mijn jaarlijkse energiebehoefte. Dus kwamen er meer. Maar de energie die overdag werd opgewekt kon ik niet ’s avonds pas gebruiken. Tenzij ik die energie kon opslaan. Er kwamen accu’s en ik werd ook zelfvoorzienend in stroom.
Voor een bouwproject had ik stroom nodig halverwege mijn land. Er waren twee mogelijkheden: een elektriciteitskabel ingraven of een generator kopen. Een 60cm diepe sleuf over een afstand van 300 meter graven zag ik niet zitten, dus kocht ik een tweedehands generator. Na gebruik belandde deze in de opslag. Maar toen eens de stroom langdurig uitviel kon ik de generator gebruiken om de diepvries koud te houden. Dus de generator bleef, nu als noodstroomvoorziening.
Het genoemde bouwproject was de renovatie van een keet die gebruikt werd als vakantieverblijf. Deze keet werd omgebouwd tot een tiny house. Omdat er geen voorzieningen waren werd er een composttoilet geïnstalleerd. Drinkwater werd (en word nog steeds) aangevoerd in kunststof drinkwatervaten. Dat water kreeg daardoor een plastic bijsmaakje en daarom schaftte ik een waterfilter aan. Samen met een houtkachel en een zonnepaneel werd het uiteindelijk een studie off grid leven.
Ik heb me nooit zorgen gemaakt over het einde van de wereld en ik ben ook niet bang voor de zonnevlam. Maar toch werd ik onbedoeld een prepper. Dat besefte ik overigens pas veel later. Mijn drijfveren zijn anders dan die van een echte prepper. En daarom noem ik mij de praktische prepper.
De prepshop
Ik moest aan dit alles denken toen ik laatst per ongeluk in een prepshop terecht kwam. Ik wist niet dat deze bestonden en ik was natuurlijk nieuwsgierig. Er was van alles te koop om je voor te bereiden op allerlei scenario’s. Ik zag bekende zaken als waterfilters en accusystemen. En heel veel messen. Maar wat ik niet zag was een snoeischaar, een hark of enig ander tuingereedschap. Ik zag geen groentezaden, geen pasteurisatieketels en geen kloofbijlen. Ik had appelpersen, deegmengers en graanmolens verwacht. Maar ik zag aluminiumkleurige zakken met gevriesdroogde maaltijden. Die kon je natuurlijk wel mooi aanlengen met water uit de glimmende waterfilters en warm maken op een campinggasstelletje, maar ik zou er toch niet langer dan een paar dagen op willen overleven. En daarna weer lekker een kropje sla uit de tuin en een eitje vanonder de kip. Maar ja, voor die krop sla en dat eitje moet je werken. Dat mes en die zak lasagne in poedervorm kun je gewoon kopen. Wel zo makkelijk.
Laat nu de zondvloed maar komen.